1)
- klinisch onderzoek: visueel, zowel in de mond als het hele gezicht
-radiologische onderzoeken, indien nodig:
- röntgenfoto's van de bijtvleugel om de aan- of afwezigheid van cariës te controleren, vooral interdentale holtes, en het stadium van de ernst daarvan
- panoramische röntgenfoto's om met name afwijkingen in het aantal gebitselementen te objectiveren, de permutatie tussen melktanden en blijvende tanden te analyseren, de aanwezigheid van een condylaire fractuur te controleren in geval van trauma, of de beschikbare ruimte voor de verstandskiezen.
- occlusale röntgenfoto's in geval van trauma aan de snijtanden
- onderzoek van de occlusie met detectie van orthodontische problemen (met verwijzing naar een referentieorthodontist)
- detectie van problemen in vernband met logopedie
- detectie van bepaalde KNO-problemen (adenoïden)
- detectie van kaakgewrichtsaandoeningen
- helpt fopspeen- of duimzuigen te stoppen
- preventief advies over poetsen, gebruik van fluoriden, voeding
2)
beheer van tandheelkundige noodsituaties (trauma, verzwering)
3)
- verzorging en devitalisatie van melktanden, indien nodig onder tandheelkundige rubberdam
- laatste tandverzorging, eventueel onder een rubberdam
- tandextracties, indien de toestand van tandbederf dit vereist, of op verzoek van een orthodontist
- gebruik van het Quicksleeper osteocentrale anesthesiesysteem, dat een pijnloze elektronische injectie mogelijk maakt met zeer weinig anesthesie van het zachte weefsel, waardoor het risico op beten door verdoving van een deel van het gezicht, aanzienlijk wordt verminderd. De Quicksleeper ziet er helemaal niet uit als een injectiespuit waardoor het gebruik ervan vooral is aangewezen bij kinderen met een fobie voor injecties. Deze anesthesie verdwijnt ook veel sneller dan een "klassieke" anesthesie. Deze anesthesie kan worden gebruikt als de klinische situatie dit vereist.